Lamellen op maat maken en ophangen

Afhankelijk van de beschikbare ruimte en je persoonlijke voorkeur, kun je de verticale lamellen op verschillende manieren voor het raam plaatsen. Met apart verkrijgbare afstandssteunen kan de rail ook op elke gewenste hoogte vrij in de ruimte worden opgehangen. Hang de lamellen, afhankelijk van de breedte, op de geschikte afstand van het raamkozijn zodat ze goed open en dicht kunnen. Je gebruikt de afstandssteunen, wanneer de rail niet aan het plafond wordt gemonteerd.

Als je gaat inkorten, schroef dan eerst de eindkap los en schuif deze door tot voorbij de zaagsnede. Trek het koord aan en schroef de eindkap weer vast. Nu kun je de runners verdelen want daaraan komen de lamellen te hangen. Zaag de rail af op de gewenste breedte en vijl de zaagbramen glad.
Voor elke 10 cm die je de rail hebt ingekort heb je een runner of lamel minder nodig. Schuif de runners die je niet nodig hebt achter de blokkeerkap. Je kunt met een schroevendraaier de kap voorzichtig oplichten. Zet de eerste runner vast met het blokkeerkapje.

Houd de rail op zijn plaats met het bedieningskoordje aan de juiste zijde. Markeer de boorgaatjes door de voorgeboorde gaatjes in de rail. Boor de gaatjes met een 6 mm steen- of betonboor en plaats de pluggen. Daarna schroef je de rail vast, zodanig dat de schroefkop verzonken in de rail valt. Je hebt ook de mogelijkheid om de rail met clips aan het plafond te bevestigen. Je kunt de rail dan later gemakkelijk los halen.

Bepaal de plaats van de eerste beugel en markeer de boorgaten. Boor een 6 mm steen- of betonboor en plaats de pluggen. Schroef vervolgens de eerste beugel gedeeltelijk vast. Meet de afstand van de rail, waarbij je links en rechts gelijk moet houden. Hierna markeer je de plaats van de tweede beugel. Indien er nog een derde beugel nodig is zet je die in het midden op gelijke afstand van de andere twee beugels.

Als de rails hangt, kun je de verticale lamellen bevestigen. Schuif de metalen stofhanger in de gezoomde bovenzijde. Pak de eerste lamel en bepaal de gewenste hoogte, door de onderzijde naar boven te vouwen. Houd 15 mm speling aan vanaf de vloer of vensterbank. Boven de vouw moet je 9 cm bijtellen. De rest van de lamel kun je afknippen.

Zwaartekracht zorgt ervoor dat de lamellen strak hangen. Voor het benodigde gewicht zijn er verschillende varianten verkrijgbaar. In het hieronder uitgewerkte voorbeeld schuif je een kunststof clip met ooghaakjes over de onderkant van de lamel. De haakjes komen aan de bovenzijde. Nu steek je de stof ongeveer 3 cm door de sleuf van het metalen gewichtje. Vervolgens draai je het gewicht 2x een halve slag naar boven. De stof zal nu het hele gewicht bedekken. Als laatste plaats je de kunststof clip over de stof en het gewichtje.

Als alles correct hangt, bevestig je het koordje met de plastic ringetjes aan de ooghaakjes van de kunststof clips. Het koordje is lang genoeg voor 5 lamellen. De zesde lamel koppelt weer de volgende 5 lamellen. Het overgebleven koord kun je afknippen. Verticale lamellen hebben een aantal dagen nodig om strak naar beneden te gaan hangen. Lichte vouwen verdwijnen dus vanzelf.

Een verticale jaloezie kun je ook gebruiken voor schuine ramen, dus met een schuin lopende rail. Het lamellenpakket wordt hierbij altijd naar de hoogste zijde geschoven. De bediening kun je het beste ook aan de hoogste zijde plaatsen. Om de lamellen ten opzichte van de vensterbank te kunnen corrigeren moet je links en rechts van de rail wat ruimte overlaten. Door de rail in deze hoek te verschuiven krijg je onderaan meer of minder ruimte. Als de positie goed is, kun je de rail aan de onderzijde fixeren op het kozijn, zodat die niet naar beneden kan schuiven.